donderdag, september 08, 2005

Tsjernobyl: sarcofaag van de kernenergie

In amper één maand tijd twee volstrekt tegenstrijdige berichten gelezen over de kernramp in Tsjernobyl (1986).

In augustus gelezen bij Geert Mak, in diens voor het overige bijzonder goed gedocumenteerde In Europa: “Tijdens en vlak na de explosie kwamen ongeveer tweehonderd mensen om, maar het aantal mensen dat in de jaren daarna stierf aan de radioactieve besmetting en de daaruit voortvloeiende kwalen, loopt in de vele duizenden. Volgens de meest voorzichtige schattingen heeft de ramp in totaal dertienduizend levens gekost, andere ramingen komen op dertigduizend of meer, sommige zelfs op enige honderdduizenden in de decennia die zullen volgen.”

Eergisteren kopte de Standaard “Dodental Tsjernobyl onverwacht laag”. En verderop meldde het artikel dat “tot dusver nog geen vijftig mensen overleden zijn aan de gevolgen van de kernramp in Tsjernobyl. Experts verwachten hooguit vierduizend bijkomende slachtoffers van de straling die negentien jaar geleden in Oekraïne vrijkwam”.

¿Que?

De Standaard citeerde uit een rapport van een internationaal team van honderd wetenschappers. Klinkt best betrouwbaar. Maar het feit dat het zeshonderd pagina’s dikke rapport onder de auspiciën van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) werd gepubliceerd, stemt me meteen achterdochtig. Ook verdacht: het feit dat dit rapport uitgerekend nú werd vrijgegeven, in een periode dat er wereldwijd steeds meer stemmen opgaan om toch maar niet uit de kernenergie te stappen. Die dure olie, de dreigende klimaatswijziging en de vaststelling dat hernieuwbare energiebronnen absoluut ontoereikend zullen blijken om aan de immer groeiende energievraag te voldoen, het zijn allemaal argumenten pro kernenergie die bij de atoomlobby als muziek in de oren klinken.

Toegegeven, het lijkt een voor de hand liggende en zelfs verleidelijke uitweg uit de huidige energie- en milieucrisis. Kernenergie is volledig vrij van broeikasgasemissies en draagt bijgevolg niet bij tot de opwarming van de aarde. En vooral dit: splijtstof is nog in overvloed voorhanden.

Het is – helaas – kiezen tussen pest en cholera. In de nasleep van Tsjernobyl schreef een team van Observer-journalisten een indrukwekkend boek bij elkaar: The Worst Accident in the World, in het Nederlands verschenen als Tsjernobyl, het einde van de nucleaire droom. De allerlaatste zinnen van dit boek wil ik u niet onthouden:

Kernenergie is eenvoudig een technologie die te veel vraagt van feilbare mensen, die te veel zorg, wijsheid en waakzaamheid vereist. De giftige afvalhopen die zij zal achterlaten, hebben een levensduur die veel langer is dan ooit een menselijke cultuur overleefde. De gevaren zijn van een aard en een omvang dat ze elke andere menselijke activiteit te boven gaan. Kan kernenergie, geconfronteerd met deze beangstigende problemen, aanspraak maken op een toekomst als belangrijkste energiebron voor de mensheid ? Op grond van het beschikbare bewijsmateriaal moet het antwoord zijn: neen.”

Wat kernenergie in het slechtste geval zoal kan aanrichten, wordt door deze foto’s treffend tot uiting gebracht.

Dan maar hopen op kernfusie

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage