De dood in de pot
Al bijna zes maanden regeringsloos. Hebt u er enige hinder van ondervonden? Ik dacht het niet. Of u moet met mij die groeiende ergernis delen, om journaal na journaal, krant na krant en weekblad na weekblad te worden geconfronteerd met die zelfvoldane koppen van provinciaal – nee, parochiaal - denkende en handelende politici die zichzelf, in de aanloop naar de vorige verkiezingen, met veel bombarie als vaandeldragers van het goede bestuur hadden aangeprezen. Zelden vertoond, zoveel eigenwaan. Bah, laat ze gewoon lekker aanmodderen, want als ze al één iets hebben bewezen met hun formatiefratsen, is het dat België eigenlijk best zonder federale regering kan. Misschien zijn we zelfs beter af zonder! De flaters van Flahaut, het verbluffende rekengenie van Freya Van den Bossche, het groteske gezooi van Reynders en het warme opendeurbeleid van Onckelinckx in het gevangeniswezen, al sinds 10 juni zijn we ervan bespaard gebleven! Wat ik wél een beetje heb gemist, is de oprechte maar naïeve bevlogenheid van Verhofstadt die de hardnekkige illusie blijft koesteren dat België iets in Europa en de wereld te betekenen heeft, en de sneren van Karel De Gucht richting buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders, bij voorkeur zwart of levenslang gebukt gaand onder een treffende gelijkenis met Harry Potter.
De politieke crisette in ons land, die in het buitenland blijkbaar meer zorgen baart dan binnen onze landsgrenzen, hebben we uiteindelijk over onszelf afgeroepen. Hadden we maar niet zo poujadistisch moeten stemmen. De middenstand regeert het land, zong Luc de Vos ooit in “Mia”, en dat is bij de laatste verkiezingen snoeihard gebleken. Vlaanderen stemt niet massaal rechts of fascistisch, dat is een enorm misverstand. De Vlaam stemt vanuit de buik. En het rommelt al enige tijd in die Bourgondische buik, waar grote en kleine ongenoegens darmkrampen en onwelriekende veesten voortbrengen. Één van die kwalijke winden is vleesgeworden in Jean-Marie Dedecker, de ultieme personificatie van Vlaamse zelfvoldane branie, aangedreven door benepenheid. Hij is, zoals vele Vlamingen in hun knusse landelijke fermette, anti-Waals, anti-Brussel, anti-hoofddoek, anti-holebi, anti-Europa, anti-snelheidsboetes, anti-belastingen, kortom, anti-alles wat een gezellig dorpsfeestje in de Westhoek of Kempen vermag te bederven. De politieke boodschap van Jean-Marie kan in één woord worden samengebald: navelstaarderij. Een boodschap die vooral bij egoïsten aanslaat, en daaraan geen gebrek in het welvarende Vlaanderen. In een kranteninterview, enkele dagen geleden, bekende misdaadauteur Pieter Aspe dat hij zonder aarzelen op Lijst Dedecker had gestemd, omdat hij “stilaan de buik vol heeft van die arrogante Walen rond Brussel.” Daar heeft vooral hij last van, in zijn Oostendse biotoop waar hij zijn rammelende misdaadromannetjes in elkaar flanst, op maat van het VTM-publiek en het koopvee dat zich elk jaar opnieuw op de Antwerpse boekenbeurs verdringt. Deze kladschrijvende middenstander, rijk geworden met het spuien van fastfoodlectuur, slaat zichzelf even hoog aan als Umberto Eco (de hoogmoed, de hoogmoed!) en meet zichzelf de allures aan van een politiek orakel. Echte schrijvers, zoals een Jeroen Brouwers, hullen zich tenminste in stilte en trots gedragen armoede (sic).
Het separatistische discours is dom en kortzichtig, en wordt hoofdzakelijk aangewakkerd door politici uit West-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg. België is een Siamese tweeling, met Brussel als gemeenschappelijk orgaan. Daarin snij en kerf je niet ongestraft. Brussel is onze grootste troef en internationaal sterkste merknaam, en we springen er gevaarlijk achteloos mee om. Flaminganten schermen graag met het vermoeide argument van miljardentransfers van Vlaanderen naar Wallonië. Iedereen herinnert zich nog wel die kwetsende en smakeloze stunt van Bart De Wever die hijzelf als “ludiek” omschreef (hopsakee, met enkele bestelwagentjes vol nepgeld de taalgrens over: kijk eens hoe stoer! En kijk eens met wie ik hier op de foto sta!). Intussen is onweerlegbaar becijferd dat er pakken méér geld van Brussel naar Vlaanderen schuiven, maar daarover wordt benoorden de taalgrens zedig gezwegen, wegens propagandaondermijnend.
Een Vlaanderen zonder Brussel is woestenij. Een Wallonië zonder Brussel, de dood in de pot. Neem het aan van uw derde oog, wakend over de Zennevallei.
De politieke crisette in ons land, die in het buitenland blijkbaar meer zorgen baart dan binnen onze landsgrenzen, hebben we uiteindelijk over onszelf afgeroepen. Hadden we maar niet zo poujadistisch moeten stemmen. De middenstand regeert het land, zong Luc de Vos ooit in “Mia”, en dat is bij de laatste verkiezingen snoeihard gebleken. Vlaanderen stemt niet massaal rechts of fascistisch, dat is een enorm misverstand. De Vlaam stemt vanuit de buik. En het rommelt al enige tijd in die Bourgondische buik, waar grote en kleine ongenoegens darmkrampen en onwelriekende veesten voortbrengen. Één van die kwalijke winden is vleesgeworden in Jean-Marie Dedecker, de ultieme personificatie van Vlaamse zelfvoldane branie, aangedreven door benepenheid. Hij is, zoals vele Vlamingen in hun knusse landelijke fermette, anti-Waals, anti-Brussel, anti-hoofddoek, anti-holebi, anti-Europa, anti-snelheidsboetes, anti-belastingen, kortom, anti-alles wat een gezellig dorpsfeestje in de Westhoek of Kempen vermag te bederven. De politieke boodschap van Jean-Marie kan in één woord worden samengebald: navelstaarderij. Een boodschap die vooral bij egoïsten aanslaat, en daaraan geen gebrek in het welvarende Vlaanderen. In een kranteninterview, enkele dagen geleden, bekende misdaadauteur Pieter Aspe dat hij zonder aarzelen op Lijst Dedecker had gestemd, omdat hij “stilaan de buik vol heeft van die arrogante Walen rond Brussel.” Daar heeft vooral hij last van, in zijn Oostendse biotoop waar hij zijn rammelende misdaadromannetjes in elkaar flanst, op maat van het VTM-publiek en het koopvee dat zich elk jaar opnieuw op de Antwerpse boekenbeurs verdringt. Deze kladschrijvende middenstander, rijk geworden met het spuien van fastfoodlectuur, slaat zichzelf even hoog aan als Umberto Eco (de hoogmoed, de hoogmoed!) en meet zichzelf de allures aan van een politiek orakel. Echte schrijvers, zoals een Jeroen Brouwers, hullen zich tenminste in stilte en trots gedragen armoede (sic).
Het separatistische discours is dom en kortzichtig, en wordt hoofdzakelijk aangewakkerd door politici uit West-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg. België is een Siamese tweeling, met Brussel als gemeenschappelijk orgaan. Daarin snij en kerf je niet ongestraft. Brussel is onze grootste troef en internationaal sterkste merknaam, en we springen er gevaarlijk achteloos mee om. Flaminganten schermen graag met het vermoeide argument van miljardentransfers van Vlaanderen naar Wallonië. Iedereen herinnert zich nog wel die kwetsende en smakeloze stunt van Bart De Wever die hijzelf als “ludiek” omschreef (hopsakee, met enkele bestelwagentjes vol nepgeld de taalgrens over: kijk eens hoe stoer! En kijk eens met wie ik hier op de foto sta!). Intussen is onweerlegbaar becijferd dat er pakken méér geld van Brussel naar Vlaanderen schuiven, maar daarover wordt benoorden de taalgrens zedig gezwegen, wegens propagandaondermijnend.
Een Vlaanderen zonder Brussel is woestenij. Een Wallonië zonder Brussel, de dood in de pot. Neem het aan van uw derde oog, wakend over de Zennevallei.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage