Treinta años después
"Op 20 november 1975, om 4u58, verspreidde het persagentschap Europa Press een telex met slechts één zin, drie keer herhaald: “Franco is gestorven”. Met dit nieuws werd een zwarte bladzijde in de Spaanse geschiedenis omgedraaid, een periode die vier lange decennia van de voorbije eeuw in beslag nam en de huidige tijd inluidde. In de dertig jaar die na deze datum zijn verstreken, heeft de Spaanse samenleving ingrijpende veranderingen ondergaan. Immers, één op drie Spanjaarden was niet eens geboren op die bewuste ochtend van 20 november. Ondanks het feit dat deze periode lang achter ons ligt, blijft de erfenis van generaal Franco en zijn dictatoriale regime tastbaar aanwezig in standbeelden, namen van straten en pleinen en in het geheugen van miljoenen Spanjaarden."
Zo begint een artikel dat vandaag in El Pais verscheen, met als titel: “Dertig jaar zonder Franco: de dictatuur blijft voortleven bij gratie van enkele nostalgici, honderden momumenten en een zekere apathie voor politiek.”
U kunt het volledige artikel hier lezen. Toch deze notendop voor Spaansonkundigen. Het artikel betoogt dat overtuigde franquisten stilaan een minderheid van nostalgische zielenpoten vormen. Het graf van Franco wordt weliswaar jaarlijks door 430.000 mensen bezocht, maar het gaat vrijwel uitsluitend om toeristen die het enige grote fascistische monument willen bezoeken dat de democratie heeft overleefd. Wel zijn er nog vele straten en pleinen naar Franco genoemd en staan er nog talloze standbeelden van El Caudillo op hun sokkel. In steden en dorpen waar linkse partijen aan de macht zijn of geraken, wordt echter in snel tempo komaf gemaakt met die franquistische restanten. Er bestaat zelfs een website die zich bezighoudt met het inventariseren en aanklagen van franquistische symbolen die het straatbeeld her en der nog ontsieren. Toch blijkt uit enquêtes dat slechts 37% van de Spanjaarden het Franco-regime volledig afkeurt. Politicologen wijten dit aan een vrij grote desinteresse van de Spanjaarden voor alles wat met politiek te maken heeft. Één van hen beweert zelfs dat dit juist door de dictatuur in de hand werd gewerkt (gebrek aan politieke cultuur, geen betrokkenheid bij de publieke zaak), maar helemaal negatief acht hij dit niet: “Het maakt de Spanjaarden wél toleranter voor zaken in de privé-sfeer, getuige daarvan de massale steun voor het homohuwelijk”.
Hoe dan ook, november is blijkbaar een kwaaie maand voor dictators. In een ander land waarvoor mijn hart sneller klopt, werd vorige donderdag eveneens een belangrijk feit herdacht: de studentenopstand in de Atheense Politechnío tegen het Griekse kolonelsregime. De opstand werd bloedig neergeslagen maar bleek achteraf wel het einde van de Griekse dictatuur te hebben ingeluid. Studenten, luie krenten ? Niet zo in Griekenland, anno 1973.
Zo begint een artikel dat vandaag in El Pais verscheen, met als titel: “Dertig jaar zonder Franco: de dictatuur blijft voortleven bij gratie van enkele nostalgici, honderden momumenten en een zekere apathie voor politiek.”
U kunt het volledige artikel hier lezen. Toch deze notendop voor Spaansonkundigen. Het artikel betoogt dat overtuigde franquisten stilaan een minderheid van nostalgische zielenpoten vormen. Het graf van Franco wordt weliswaar jaarlijks door 430.000 mensen bezocht, maar het gaat vrijwel uitsluitend om toeristen die het enige grote fascistische monument willen bezoeken dat de democratie heeft overleefd. Wel zijn er nog vele straten en pleinen naar Franco genoemd en staan er nog talloze standbeelden van El Caudillo op hun sokkel. In steden en dorpen waar linkse partijen aan de macht zijn of geraken, wordt echter in snel tempo komaf gemaakt met die franquistische restanten. Er bestaat zelfs een website die zich bezighoudt met het inventariseren en aanklagen van franquistische symbolen die het straatbeeld her en der nog ontsieren. Toch blijkt uit enquêtes dat slechts 37% van de Spanjaarden het Franco-regime volledig afkeurt. Politicologen wijten dit aan een vrij grote desinteresse van de Spanjaarden voor alles wat met politiek te maken heeft. Één van hen beweert zelfs dat dit juist door de dictatuur in de hand werd gewerkt (gebrek aan politieke cultuur, geen betrokkenheid bij de publieke zaak), maar helemaal negatief acht hij dit niet: “Het maakt de Spanjaarden wél toleranter voor zaken in de privé-sfeer, getuige daarvan de massale steun voor het homohuwelijk”.
Hoe dan ook, november is blijkbaar een kwaaie maand voor dictators. In een ander land waarvoor mijn hart sneller klopt, werd vorige donderdag eveneens een belangrijk feit herdacht: de studentenopstand in de Atheense Politechnío tegen het Griekse kolonelsregime. De opstand werd bloedig neergeslagen maar bleek achteraf wel het einde van de Griekse dictatuur te hebben ingeluid. Studenten, luie krenten ? Niet zo in Griekenland, anno 1973.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage