woensdag, september 06, 2006

Windshaken barley

Het was even wachten, maar vanaf vandaag loopt de nieuwste film van Ken Loach in de Belgische bioscopen. The wind that shakes the barley, verrassend maar volkomen terecht gelauwerd op het recente festival van Cannes. Dit eerbetoon had Ken Loach, zeventig intussen, al véél eerder te beurt moeten zijn gevallen. Samen met kompaan Mike Leigh geldt deze oude strijder als dé onbetwiste vaandeldrager van het British social realism in de zevende kunst.

Ik beken: ik hou van het oeuvre van Ken Loach, al word je er niet bepaald vrolijk van. Na het bekijken van Carla’s Song, om maar één van zijn meesterwerken te noemen, was ik zelfs enkele dagen behoorlijk neerslachtig. In zijn recentere films (My Name is Joe, Sweet Sixteen en vooral Ae Fond Kiss) priemde er al eens een zonnestraaltje door de somberte, maar toch: elke film van Loach staat gelijk met een dreun tegen je kanis. Als géén ander weet hij uiterst subtiel de vinger te leggen op sociale uitsluitingsprocessen, onuitroeibare culturele, religieuze en raciale vooroordelen of economische uitbuitingsmechanismen, en hoe die het leven van enkele onfortuinlijke individuen volledig vermogen te verwoesten. Geen voer voor hersenloos popcornkauwende Disney-adepten, zoveel is zeker.

The wind that shakes the barley voert ons terug naar Ierland, kort na Wereldoorlog I. De Ieren zijn verwikkeld in een bloedige onafhankelijkheidsoorlog met de Britse bezettingsmacht, en vooral de radicale afscheuringsbeweging Sinn Féin toont zich daarbij uiterst fanatiek. De Britten laten dat natuurlijk niet over hun kant gaan, en door toedoen van de beruchte Black and Tans (een huurlingenleger, vooral samengesteld uit berooide maar daarom niet minder gehaaide WOI-veteranen) spreiden ze een deken van blinde terreur over het smaragdgroene eiland. De onafhankelijkheidsoorlog mondt uit in een hard bevochten maar fel betwist vredesverdrag dat het land op zijn beurt in een burgeroorlog onderdompelt. Meer over deze bewogen periode kunt u ook lezen in eerdere posts (april 2006) die ik na een korte trip naar Dublin alhier heb neergekwakt.

Loach, zelf Engelsman, doet hoegenaamd geen moeite om het wrede optreden van zijn landgenoten in Ierland te verbloemen. Deze film heeft hem dan ook – zoals mocht worden verwacht - tonnen kritiek en smaad in zijn thuisland opgeleverd. Verwijten zoals landverrader, nestbevuiler en overjaarse marxist waren niet van de lucht. Loach nam het allemaal filosofisch op: “Ik confronteer de Britten op een pijnlijke manier met hun niet zo fraaie verleden. Die Black and Tans waren geen doetjes, en ik heb ze dan nog redelijk beschaafd voorgesteld in vergelijking met de archieven die over hun wandaden bestaan. De Britten geloven nog altijd in hun zelf gecreëerde mythe van fairplay. Nu, met fairplay bouw je geen wereldimperium op. Straks gaan ze me nog vragen om een film over Wereldoorlog II te draaien waarin de nazi’s als sympathieke jongens worden opgevoerd.” (vrij naar een recent interview in Knack)

De parallellen met het heden - lees: Bush, Blair en Irak - liggen trouwens zo voor het oprapen, althans voor wie niet volkomen stekeblind is.

Toffe peer, die Loach. Hart op de juiste plaats (ook anatomisch: links van het centrum) en vooral: een eye-opener zoals er méér zouden moeten rondlopen. Wie een goed excuus kan verzinnen om vooral deze film niet te gaan bekijken, is voorwaar een vindingrijk persoon.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage