Vlaanderen dot com
De boekenbeurs van Antwerpen heeft niets te maken met boeken, laat staan met cultuur. Het is één van die evenementen die schaamteloos drijven op het “ik was erbij, jij ook ?” syndroom dat zich met de jaren steeds dieper in onze samenleving heeft vastgehaakt. Een heidens gebeuren waar slechts één god wordt aanbeden: Mammon. Het jaarlijkse trefpunt van TV-bekendheden, BV’s en andere nitwits die hun sloeberverhaal met de hulp van een batterij ghostwriters proberen te slijten. Vaak met succes. De keukenkrabbels van Piet Huysentruyt, de fair weather talk van Jill Peeters, het wijngeneuzel van Herwig Van Hove, de slaapverwekkende beleggingsadviezen van volgevreten beursgoeroe Paul D’Hoore of de homo-erotische kostschoolverhaaltjes van Dré Steemans, heel Vlaanderen zit er blijkbaar smachtend en/of hitsig op te wachten. Zoals op de volgende aflevering van Thuis en Familie of op de warrige speurtochten van superflik Witse.
Het is in dit verband veelzeggend dat er zelden of nooit grote auteurs naar Antwerpen afzakken, zoals bijvoorbeeld wél naar Frankfurt of Londen. Een György Konrád, Cees Nooteboom of Paul Auster, het is vergeefs op hen wachten aan de oevers van de Schelde. En waarom ? Omdat de Vlaamse boekenkermis voor één fundamenteel aspect blind en doof blijft: het boek als cultuurdrager. Het feit dat Kim Cattrall (aka Samantha uit “Sex and the City”) vorig jaar in Antwerpen zowat top of the bill was met haar worp “Seksuele Intelligentie”, zegt voldoende over hoe ver de culturele aspiraties van de organisatoren reiken: schransen, slempen, neuken en zeuren over het weer. En tussendoor: wat zwart geld in aandelen omzetten. Welkom op Vlaanderen dot com.
Bernard Dewulf maakte er zich ook al druk om, enkele dagen geleden in De Morgen. Over het herleiden van het boek tot een commodity, een ordinaire handelswaar. Hij grasduinde in een speech van de opperbaas van het Antwerpse boekenfeest, en struikelde daarbij verontwaardigd over drie citaten: “De boekenbeurs is het belangrijkste culturele evenement van het jaar, want geen enkele andere cultuurmanifestatie in Vlaanderen lokt zoveel volk.” Dus Witse is bij deze de beste crimi ooit, volgens diezelfde rammelende logica van de macht van het getal. Voorts: “Ik beschouw de auteur in eerste instantie als de leverancier van culturele en creatieve meerwaarde. Als ondernemer staat hij aan de oorsprong van een economisch product.” Te veel aan Paul D’Hoore gezeten, allicht. En als klap op de vuurpijl: “Boeken worden minder nauwkeurig geredigeerd dan twintig jaar geleden. Je kunt geen boek openslaan of er staan zetfouten of kromme zinnen in.” Zegt de bovenbaas van het Vlaamse boekwezen in een openhartige bui. Het is alsof een topverkoper van pakweg Volkswagen zou zeggen: “Je kunt geen motorkap van een gloednieuwe VW opengooien of je vindt ergens wel een olielek of een ontbrekende bougie.” De boekenbaas kan zich die uitspraak helaas ongestraft permitteren, want of ze nu krom of recht geschreven zijn, boeken van bekende Vlamingen verkopen altijd. De kopers malen niet om een zetfout meer of minder. Ze lezen er niets vermoedend over heen – voor zover ze lezen.
En toch: heel af en toe bots je op een megaseller die het lezen meer dan waard is. Denk maar aan De Verborgen Geschiedenis van Dona Tartt, nu al vijftien jaar geleden. Of aan het recentere De Schaduw van de Wind van Carlos Ruiz Zafón. Onnoemelijk veel beter dan Dan Browne of Pieter Aspe. Auteurs die ik overigens een zéér warm hart toedraag: met de miljoenen die hun uitgevers opstrijken, blijven er nog wat centen over om een dichtbundel van Stefan Hertmans te publiceren. Want de mooiste bloemen bloeien op de mestvaalt.