zaterdag, mei 27, 2006

Volver

In de vorige post maande ik u subtiel aan om een bepaalde film links te laten liggen. Alvast bedankt voor het oppikken van die hint. In deze post steek ik uitbundig de loftrompet over een andere film en zou ik – mocht het me vergund zijn – u met zachte aandrang bij de schouders willen vatten om u – tegenpruttelend of niet – op weg naar de dichtstbijzijnde filmtempel te dwingen.

Het betreft Volver, de laatste worp van Pedro Almodóvar, een cineast die weinig filmliefhebbers onbewogen laat. Sommigen vallen al in katzwijm bij het horen van zijn naam, bij anderen breekt dan weer spontaan schurft en netelroos uit. Nu, Pedro heeft lang op controverse gedijd, zeker in de vroegere jaren van zijn loopbaan. Veel films uit die periode kreunden onder een overdosis camp en dreigden af en toe naar een onvervalste freak show af te glijden. Maar de aangesneden thema’s bleven onverminderd sterk en universeel: eros, thanatos, onverwerkte jeugdtrauma’s, problematische moederbindingen, het onuitroeibare machismo dat vele Spaanse mannen ertoe dwingt om hun vrouwelijke kantjes hardhandig te onderdrukken (vandaar ook de horden transseksuelen en travestieten die Pedro’s oeuvre bevolken). Toch moet je het hem nageven: ondanks die loodzware thematiek schuilt er verrassend veel humor in de films van Almodóvar. Mujeres al borde de un ataque de nervios (of Women on the verge of a nervous breakdown), de film waarmee Pedro Almodóvar internationaal doorbrak, is daarvan een treffend voorbeeld. Een giller van een film.

Met het vorderen der jaren smeet Pedro Almodóvar meer en meer van die excentrieke ballast overboord die – zo moet ook hij hebben beseft - het zicht op de naakte essentie alleen maar belemmerde. Die ommezwaai leidde tot indringende en diepmenselijke prenten: Carne Trémula, Todo sobre mi Madre, Hable con Ella en La Mala Educación. Met Volver heeft Pedro Almodóvar die lijn doorgetrokken en – sterker nog – zijn meest sobere en precies daarom meest beklijvende film afgeleverd. Ik ben hem zopas wezen zien, samen met mijn eega, en nooit eerder heb ik een volle zaal twee uur lang zó eerbiedig en muisstil aan het grote scherm gekluisterd geweten. Het cinéma pur gevoel: was me dat lang geleden ! Over het verhaal ga ik hier niets verklappen, maar ik wil wel even kwijt dat de ravissante Penélope Cruz in deze film van het doek spettert en haar voorlopig beste vertolking uit haar indrukwekkende carrière neerzet. Ik heb in deze een beetje recht van spreken, aangezien ik al haar films heb gezien, inclusief haar zwoele debuut als la hija de puta in Jamón, Jamón !

Figureren ook betoverend mooi in Volver: de indrukwekkende rijen windturbines als moderne reuzen op de eindeloze, stoffige en roestkleurige vlakte van La Mancha.

Pedro Almodóvar is een groot cineast, punt aan de lijn.

donderdag, mei 18, 2006

Riddles in the dark

Het grote mysterie is niet De Da Vinci Code, noch dat van Bernini. Het grootste raadsel van dit tijdsgewricht is heel wat prozaïscher (sic) van aard: hoe komt het dat tientallen miljoenen mensen te hoop lopen voor een krom geschreven en stilistisch armtierig boek, om zich vervolgens in nóg grotere getalen een miskleun van een film te laten opsolferen ? Riddles in the dark…

De Naam van de Roos blijft tot nader order de allerbeste religieuze thriller ooit geschreven. En wie zich dan toch wil vermaken met illuminati, duistere loges en andere tempeliersgeheimen, slechts één advies: De Slinger van Foucault. Ook al van Umberto Eco. Dan Browne fanaten, opgelet: beide boeken krioelen van de volzinnen. Vooraf een beetje oefenen met die attention span is dan ook ten zeerste aanbevolen.

maandag, mei 15, 2006

Sluipend gif

Wie wind zaait, zal storm oogsten. Het Vlaams Belang – toch altijd te vinden voor volkswijsheden - ontkent echter met klem, ooit wind te hebben gezaaid. Laat staan: onverdraagzaamheid, vreemdelingenhaat of oproepen tot geweldpleging. De Vlaamse poldernazi’s – beducht om hun moeizaam opgebouwde Salonfähigkeit – zijn dan ook bijzonder boos, nu de overige partijen hen in bedekte termen moreel aansprakelijk stellen voor de recente racistische moorden in Antwerpen. Ze noemen het: politieke recuperatie van een weerzinwekkende moord door een losgeslagen psychopaat.

Wat zijn ze toch kort van geheugen, die kopstukken van het VB. In de nasleep van de Brusselse MP3-moord op Joe Van Holsbeeck riepen ze tijdens een inderhaast opgetrommeld veiligheidscongres de goeddenkende burger schuimbekkend op om inbrekers neer te knallen, verkrachters te castreren en die kutmarokkaantjes daadkrachtig van antwoord te dienen. Nog terwijl ze Joe onbeschaamd door de politieke recuperatiemolen aan het halen waren, werd een jonge Marokkaan in de buurt van Antwerpen door een stel jonge heethoofden de verdrinkingsdood ingejaagd. Een week later struinde Hans Van Themsche door de Antwerpse binnenstad, met de bekende gevolgen.

Hans Van Themsche groeide op in een extreemrechts nest: tantelief zetelt voor het VB in het Parlement (toeval), vader is een gedreven VB-militant (helemaal naast de kwestie) en grootvader vocht nog in Rusland tegen de goddeloze bolsjevieken, in het uniform van de Waffen-SS (ouwe koeien). En toch is Hans een rustige en aimabele jongen die geen vlieg kwaad zou doen, verzekeren ons familieleden, vrienden en kennissen. Nergens ontwaren we het profiel van een losgeslagen psychopaat.

Nu vermoed ik – neen, weet ik – dat er een enorme kloof gaapt tussen het officiële discours van het Vlaams Belang en de minder beschaafde gesprekken onder partijaanhangers, tussen pot en pint of in de beslotenheid van keuken of woonkamer. Waar regelmatig het Horst Wessel lied wordt aangeheven, zal de vreedzame integratie van allochtonen niet worden bezongen. Die fascistische lulkoek moet als een sluipend gif in de aderen van de jonge en labiele Van Themsche zijn binnengedrongen, en er zijn verwoestende werk geduldig hebben volbracht. Ik heb een oom, intussen diep in de tachtig en een héél aimabel man. Altijd klaar voor een kwinkslag en een groot kenner van bourgognewijnen. Helaas helemaal fout geweest in de oorlog: burgerrechten kwijtgespeeld en jaren gebromd. Maar tot betere inzichten gekomen ? Ho maar: op familiereünies lopen we muisstil op onze tenen om de hete brij heen, maar na enkele bourgogneflessen zit het spel geheid op de wagen en worden alle allochtonen weer op één hoop gevaagd. Deze man was ooit zo vriendelijk om me vanuit het verre Limburg naar mijn Brusselse studieadres te vervoeren. Een aimabel man, denk erom. Ik zal nooit vergeten hoe ie – in de buurt van het Madouplein – zijn vinger in de richting van een zwarte Afrikaan priemde met de woorden: “Zoiets hoort toch niet thuis in het straatbeeld van een Vlaamse stad.” Wie als onzekere puber dag in dag uit dergelijke onzin om de oren geslagen krijgt, moet er op de duur wel in gaan geloven. Pubers met een beetje gezond verstand, daarentegen, zouden al veel eerder hebben gerevolteerd of hun biezen hebben gepakt. Ik ben er dan ook van overtuigd dat Hans Van Themsche géén psychopaat is maar een duidelijk doel voor ogen had: zoveel mogelijk makakken omleggen, om het met zijn eigen woorden te zeggen.

Heeft de rest van het politieke spectrum dan géén boter op zijn hoofd ? Best wel, en op z’n minst een paar pond. Want hoe valt het te rijmen dat je in België zonder al te veel plichtplegingen een geweer en munitie kan kopen waarmee je een everzwijn of hert met één schot omlegt ? Om vervolgens met dat geweer doodleuk door de Antwerpse binnenstad te wandelen ? Ik herinner me nog goed hoe de christendemocraten enkele jaren geleden briesend en vol verontwaardiging tekeergingen tegen de geplande verkoop van Belgische mitrailleurs aan Nepal. Dat land zou immers geen democratie zijn, en pas na bewijs van het tegendeel zou de verkoop mogen doorgaan. De wapenverkoop aan particulieren in eigen land, pffff… electoraal oninteressant. Daar gaan we onze tijd niet aan vergooien. Zoals ten overvloede blijken mag uit het bijgaande persknipsel (aanklikken voor grotere weergave). Voor hen geldt een ander spreekwoord met wind als onderwerp: zoals de wind waait, waaien hun jasjes.

dinsdag, mei 09, 2006

Brussels Lof

Mijn tweede erfopvolger in rij (17) had tijdens een recente schooluitstap naar Parijs buiten de lijntjes gekleurd. En niet zo zuinig: met een fles wijn betrapt, in een all girls room bovendien. Nu loopt hij school in een katholieke onderwijsinstelling waar – naar aloude traditie – een dubbele moraal nooit ver weg is. Eerder op die avond hadden enkele leerkrachten hun poulains – tegen alle voorschriften in - op een goed glas wijn getrakteerd. Kan ik alleen maar toejuichen. Off the record: enkele leerkrachten zouden later op de avond brallend en zwalpend in de hotelgangen zijn gesignaleerd. Kan ik mee leven, zolang ze hun roes maar niet op de gang uitslapen. En in het departement seksuele hypocrisie was het ook weer bingo: gemengde kamers strikt uit den boze, maar enkele meiden met een uitgesproken voorliefde voor de gedichten van Sappho mochten dan weer wél achter dezelfde deur onder de lakens.

Hoe dan ook, zoonlief mocht zijn schuld uitboeten en zijn zonden uitzweten met een dissertatie over vier Brusselse cultuurtempels: de Muntschouwburg, het Kaaitheater, Bozar en de Ancienne Belgique. Zoals voorspelbaar in dit tijdperk van Cyberspace draaide het weer eens uit op een gigantische copy & paste hutsepot, hier en daar gelardeerd met een zelfgebrouwen zin. Zondagavond laat was alles achter de rug, op die vervelende inleiding na. Of paps zich daarover niet wilde ontfermen ? Paps, overlopend van empathie (wat had hij zelf niet uitgevreten op die Griekenlandreis, destijds), zuchtte eens héél diep en toog aan het werk.

"Brussel is voor vele Belgen een onbekende en bijgevolg ook onbeminde stad, en dat is niet alleen jammer maar ook volkomen onterecht. Onze hoofdstad wordt maar al te vaak geassocieerd met kille kantoorgebouwen, anonieme overheden, Europese bureaucratie, verloederde stadswijken, allochtone getto’s, criminaliteit, straatherrie, fijnstofvervuiling door toeterend autoverkeer, MP3-moordenaars (binnenkort in de Van Dale, reken maar van yes) en meer van dat verheffends.

Brussel heeft echter méér in de aanbieding. De miljoenen toeristen die de stad jaarlijks aandoen, zullen dit volmondig beamen, net zoals de honderdduizenden cultuurliefhebbers die week na week door deze stad in de watten worden gelegd. Want Brussel heeft een historisch, architectonisch en cultureel erfgoed dat vele steden haar terecht benijden. De stad wordt wereldwijd geroemd om haar adembenemende Grote Markt, haar fraaie Art Nouveau panden, haar schitterende musea met onovertroffen meesterwerken van Vlaamse Primitieven, Bruegel en surrealisten genre Ensor, Delvaux en Magritte. Voorts is Brussel het officieuze wereldcentrum van het beeldverhaal, bezit zij met het Filmmuseum één van de grootste filmarchieven ter wereld en staat zij hoog aangeschreven voor haar verfijnde culinaire tradities waarin het onvolprezen Belgische bier een prominente plaats inneemt.

Ook op andere terreinen scheert Brussel hoge toppen: Rosas, het dansgezelschap van Anne Teresa De Keersmaeker, geniet wereldfaam, net zoals de Muntschouwburg die tussen 1981 en 2001 - onder leiding van de niet onomstreden maar visionaire Gerard Mortier - naar de internationale top is doorgestoten en toeschouwers tot in Parijs en Londen weet te lokken. Het theater bloeit er in beide landstalen. Aan Vlaamse zijde citeren we vooral de recent vernieuwde Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS), de eveneens volledig gerenoveerde Beursschouwburg, het vooruitstrevende Kaaitheater en het originele Bronks-initiatief rond jeugdtheater. Ook liefhebbers van populaire muziek komen in Brussel ruim aan hun trekken: wereldacts strijken regelmatig neer in Vorst-Nationaal en in de Ancienne Belgique komen meer alternatieve muziekstromingen aan bod. Met Couleur Café kan Brussel fier uitpakken met één van de grootste wereldmuziekfestivals ter wereld, en het Audi Jazz Festival behoort tot het kruim van de internationale jazz happenings.

Kortom, wie zich bij onze hoofdstad alleen maar een grappig standbeeldje voor de geest kan halen dat zich straffeloos aan wildplassen bezondigt, is dringend toe aan een flinke bolwassing. En aan een retourticketje Brussel".

Of deze haastig uit de pols geschudde intro ook puntenwinst (of juist niet) heeft opgeleverd, zal ik u bij gelegenheid wel laten weten. Al moet hieraan toegevoegd dat de bovenstaande tekst ietwat is opgeschoond en ook van enkele storende taalfouten werd ontdaan die opzettelijk en ter misleiding van de leerkracht waren begaan.

woensdag, mei 03, 2006

Suburban Tony

De Boomsesteenweg ter hoogte van Aartselaar en Wilrijk (Antwerpen, voor de geografisch ongeschoolden onder u*) geldt officieus als het lelijkste stukje weg van België. Daar valt iets voor te zeggen, al is de Bergensesteenweg ter hoogte van Sint-Pieters-Leeuw (Brussel, voor de oriëntatielozen onder u*) nu ook niet bepaald een toonbeeld van knusse gezelligheid. Maar het zou een grove leugen – en tevens redelijk masochistisch – zijn om boudweg te beweren dat België het alleenrecht op troosteloze winkelboulevards en grauwe lintbebouwing bezit. De buitenwijken van Rouen (Normandië, Frankrijk) al eens doorkruist ? Sterke maag aanbevolen, wegens dégueulasse comme tout ! De periferie van het alom bezongen Barcelona ooit van dichtbij bestudeerd ? Doet u beter niet, met die dure camera om uw schouder gegespt. The outskirts of Dublin on a foggy day ? Dan begrijp je pas echt waarom die Ieren zo terminaal melancholisch zijn. En zulke laveloze drinkers.

De Verenigde Staten hebben ook een Boomsesteenweg, heb ik dit voorjaar ontdekt. Niet met eigen ogen, maar door die van Tony Soprano, de fictieve mob leader uit New Jersey. Aan het begin van elke aflevering van The Sopranos trakteert Tony ons op een gratis ritje in zijn indrukwekkende suburban van, helemaal van New York naar Newark via de deprimerende New Jersey Turnpike. Wat we onderweg aan lelijkheid op ons bord krijgen, slaat werkelijk alles: rommelige rangeerstations, junk yards, afgeleefde kerken, protserige kitch, schreeuwerige reclames en zelfs het Vrijheidsbeeld vanuit een héél ongewone hoek. De rit eindigt wel in een poepsjieke buurt waar Tony een riante villa met zwembad bezit. Alleen al voor deze binnenkomer loont het de moeite om minstens één Soprano-box aan te schaffen. Maar ook voor het overige is deze TV-serie om vingers en duimen van af te likken. Één van de allerbeste Amerikaanse series die ik ooit heb mogen aanschouwen. Top notch, in alle opzichten: acteurs, verhaallijn, plotwendingen, karaktertyperingen, onweerstaanbaar grappige Italo-Amerikaanse humor, totaal geschifte en surreële sequenties (sprekende vissen !), een rake muziekkeuze (er zijn al CD’s in omloop met nummers die in The Sopranos aan bod kwamen), een ongeremd schunnig taalgebruik dat menig preuts oortje zal doen tuiten, sloten seks en geweld onder een permanente rookwalm van sigaretten en Cubaanse sigaren… Hoe on-Amerikaanser en politiek incorrecter kan je eigenlijk worden, en er nog mee wegkomen ook ? En dan nog met bakken lof over je heen gekieperd en een hele rits onderscheidingen en trofeeën onder de arm ? Ask suburban Tony: he knows.

Dwingende aanbeveling van uw immer waakzame media watcher: nú kopen, die handel !

* In verband met geografische onbenullen, vandaag een toch wel rake inzending & reactie gelezen in Humo’s Uitlaat die rechtstreeks met de voorgaande post (Demagogisch zwijgen) verband houden:

Inzending Humo-lezer: “Met al die oorlogen, onlusten en aanslagen in de wereld wordt een mens nog goed in aardrijkskunde.
Reactie Uitlaatcommentator: “En toch zijn er nog altijd mensen die Polen in Noord-Afrika situeren.
Pats, die zat, dekselse Jean-Marie en winterse Flup.