Cinéma d'été
De zomer is voorbij, en het is een ongemeen sombere geweest. Luttele uren zonneschijn over een land dat al een poos met de verzuringsgrens flirt: het belooft niet veel goeds voor de aanslepende regeringsformatie en eventueel nieuwe verkiezingen.
Heb bovendien een beetje medelijden met ondergetekende die de hele zomer lang noodgedwongen aan Costa Casa heeft moeten toeven. En die de buren één voor één met een misselijk jaloersmakend kleurtje zag terugkeren. Kreta hier, Sevilla daar: knarsetanden was mijn deel.
Bij gebrek aan zonnestralen heb ik me dan maar in de warme gloed van cinema gekoesterd. Een beetje compenserend gedrag is verschoonbaar voor wie iets elementairs als vakantie moet ontberen. Al vroeg in juli prijkte een knoert van een flatscreen in mijn werkruimte. Gesecondeerd door een bonkend en klaterend Home Cinema systeem. De DVD-stapels eromheen groeiden op het ritme van de aanhoudend slechte weersvoorspellingen. Bottom line: eindelijk al die films kunnen bekijken die me hier al maanden- en zelfs jarenlang verwijtend met de rug hebben aangekeken.
Sommige prenten overtroffen mijn hooggestemde verwachtingen of bleken verrassend beter te zijn dan aanvankelijk gedacht. Ik noem er een paar, voor de vuist weg, in de vurige hoop u hiermee vroeg of laat ook een onvergetelijke filmervaring te kunnen bezorgen.
Idi i Smotri (Come and See), van de Russische regisseur Elem Klimov. De film komt dreigend traag op gang en mondt uit in een apocalyps van blind en bloeddorstig nazigeweld op de burgerbevolking in Wit-Rusland. Vooral het interview met de regisseur niet skippen waarmee de film wordt ingeleid: onmisbaar voor het historisch perspectief.
Crna macka, beli macor (Black Cat, White Cat), een minder gekende parel van de veelgelauwerde Serviër Emir Kusturica. Doldwaze Balkangekte aan de oevers van de Donau, een stoet van surreële en criminele figuren tegen de achtergrond van een kleine boerengemeenschap (prijs voor de beste figuranten: de voortdurend in beeld waggelende ganzen), overgoten met een hyperactieve soundtrack die intussen furore maakt in de rekken met wereldmuziek. Lees deze reactie maar eens van een Nederlander op IMDB: “It's only three weeks ago I heard about this movie. Last night I watched it for the first time on dvd and I think it's the funniest movie I ever saw in my (58 years old) life. I laughed for two hours and had tears of joy in my eyes! The music is wonderful too and an essential part of the story. It's impossible to compare this film with any other or to describe in short the totally insane story. I thought this a kind of East European Monty Python humor.”
En met Monty Python belanden we naadloos bij de volgende flick: Twelve Monkeys, van de prettig gestoorde Terry Gilliam die destijds het animatiewerk voor de Pythons verzorgde. Van Gilliam had ik al het één en ander gezien (Brazil, Fear and Loathing in Las Vegas, The Brothers Grimm), maar deze film sla ik hoger aan. Al was het maar voor de ongemeen sterk acterende Brad Pitt (toen nog amper bekend) en de volledig atypisch gecaste maar daarom niet minder overtuigende Bruce Willis. Zonder meer de allerbeste scifi-film over tijdreizen, met een adembenemende plot en een huiveringwekkend slot.
Kebab Connection, ten slotte. Fris, sprankelend, grappig en ontwapenend. Klinkt redelijk onaannemelijk voor een Duitse film, maar wie een beetje bij de tijd is, wéét gewoon dat de Duitse cinema al enkele jaren aan een onstuitbare wederopstanding bezig is (Lola rennt, Sophie Scholl: die letzten Tage, Der Untergang, The Edukators, Goodbye Lenin!, Das Leben der Anderen, stuk voor stuk pareltjes die u beslist gezien moet hebben). Kebab Connection verhaalt over de moeizame verhouding tussen Turken, Grieken en autochtonen in Hamburg en lijkt qua plotlijn een beetje op Ae Fond Kiss van Ken Loach, maar dan minder zwaar op de hand (en dat is een understatement van minstens tien ton, de reputatie van Loach kennende). Turkse jongen wil Duits meisje huwen èn Kung-Fu film draaien, en stuit daarbij op koppig verzet van traditionele familiekringen. Met een blik vol hilarische taferelen tot gevolg.
Ook (opnieuw) bekeken en (alweer) prima bevonden: Tapas, Smoke en Blue in the Face (naar verhalen van Paul Auster), Thank you for smoking, de Koreaanse wraaksaga Oldboy en de ongenaakbare Britse humor van The Fast Show en Coupling.
Of hoe een rotzomer toch nog van het doek vermocht af te spetteren!
Heb bovendien een beetje medelijden met ondergetekende die de hele zomer lang noodgedwongen aan Costa Casa heeft moeten toeven. En die de buren één voor één met een misselijk jaloersmakend kleurtje zag terugkeren. Kreta hier, Sevilla daar: knarsetanden was mijn deel.
Bij gebrek aan zonnestralen heb ik me dan maar in de warme gloed van cinema gekoesterd. Een beetje compenserend gedrag is verschoonbaar voor wie iets elementairs als vakantie moet ontberen. Al vroeg in juli prijkte een knoert van een flatscreen in mijn werkruimte. Gesecondeerd door een bonkend en klaterend Home Cinema systeem. De DVD-stapels eromheen groeiden op het ritme van de aanhoudend slechte weersvoorspellingen. Bottom line: eindelijk al die films kunnen bekijken die me hier al maanden- en zelfs jarenlang verwijtend met de rug hebben aangekeken.
Sommige prenten overtroffen mijn hooggestemde verwachtingen of bleken verrassend beter te zijn dan aanvankelijk gedacht. Ik noem er een paar, voor de vuist weg, in de vurige hoop u hiermee vroeg of laat ook een onvergetelijke filmervaring te kunnen bezorgen.
Idi i Smotri (Come and See), van de Russische regisseur Elem Klimov. De film komt dreigend traag op gang en mondt uit in een apocalyps van blind en bloeddorstig nazigeweld op de burgerbevolking in Wit-Rusland. Vooral het interview met de regisseur niet skippen waarmee de film wordt ingeleid: onmisbaar voor het historisch perspectief.
Crna macka, beli macor (Black Cat, White Cat), een minder gekende parel van de veelgelauwerde Serviër Emir Kusturica. Doldwaze Balkangekte aan de oevers van de Donau, een stoet van surreële en criminele figuren tegen de achtergrond van een kleine boerengemeenschap (prijs voor de beste figuranten: de voortdurend in beeld waggelende ganzen), overgoten met een hyperactieve soundtrack die intussen furore maakt in de rekken met wereldmuziek. Lees deze reactie maar eens van een Nederlander op IMDB: “It's only three weeks ago I heard about this movie. Last night I watched it for the first time on dvd and I think it's the funniest movie I ever saw in my (58 years old) life. I laughed for two hours and had tears of joy in my eyes! The music is wonderful too and an essential part of the story. It's impossible to compare this film with any other or to describe in short the totally insane story. I thought this a kind of East European Monty Python humor.”
En met Monty Python belanden we naadloos bij de volgende flick: Twelve Monkeys, van de prettig gestoorde Terry Gilliam die destijds het animatiewerk voor de Pythons verzorgde. Van Gilliam had ik al het één en ander gezien (Brazil, Fear and Loathing in Las Vegas, The Brothers Grimm), maar deze film sla ik hoger aan. Al was het maar voor de ongemeen sterk acterende Brad Pitt (toen nog amper bekend) en de volledig atypisch gecaste maar daarom niet minder overtuigende Bruce Willis. Zonder meer de allerbeste scifi-film over tijdreizen, met een adembenemende plot en een huiveringwekkend slot.
Kebab Connection, ten slotte. Fris, sprankelend, grappig en ontwapenend. Klinkt redelijk onaannemelijk voor een Duitse film, maar wie een beetje bij de tijd is, wéét gewoon dat de Duitse cinema al enkele jaren aan een onstuitbare wederopstanding bezig is (Lola rennt, Sophie Scholl: die letzten Tage, Der Untergang, The Edukators, Goodbye Lenin!, Das Leben der Anderen, stuk voor stuk pareltjes die u beslist gezien moet hebben). Kebab Connection verhaalt over de moeizame verhouding tussen Turken, Grieken en autochtonen in Hamburg en lijkt qua plotlijn een beetje op Ae Fond Kiss van Ken Loach, maar dan minder zwaar op de hand (en dat is een understatement van minstens tien ton, de reputatie van Loach kennende). Turkse jongen wil Duits meisje huwen èn Kung-Fu film draaien, en stuit daarbij op koppig verzet van traditionele familiekringen. Met een blik vol hilarische taferelen tot gevolg.
Ook (opnieuw) bekeken en (alweer) prima bevonden: Tapas, Smoke en Blue in the Face (naar verhalen van Paul Auster), Thank you for smoking, de Koreaanse wraaksaga Oldboy en de ongenaakbare Britse humor van The Fast Show en Coupling.
Of hoe een rotzomer toch nog van het doek vermocht af te spetteren!