Poolapen
Sheffield. De kans dat u deze Britse stad in het uitpuilende aanbod van citytrips zal aantreffen, is volledig onbestaande. En terecht. Ga nooit naar Sheffield. Op enkele cinema’s na, valt er geen reet te beleven. Alles ademt er grauwte en troosteloosheid uit. Het gevecht om de culinaire top is er nu al decennialang een exclusieve tweestrijd tussen Burger King en Wendy’s. De lokale tongval is zelfs in optimale omstandigheden zo goed als onverstaanbaar. En al helemaal in de avondlijke uren, wanneer haast iedereen er dronken over straat zwijmelt. Want alleen sloten lauwe lager brengen nog soelaas, nu de twee lokale voetbalgloriën (United en Wednesday) in tweede klasse wegkwijnen. Één keer ben ik er geweest, en hoe verwoed ik ook in mijn geheugen graaf, zelfs geen flard van een herinnering krijg ik bovengespit.
Uit een moeras van doffe ellende walmt echter niet alleen stank, maar af en toe ook heerlijke muziek. Denk maar aan Ierland: hoe uitzichtlozer de toestand, hoe hemelser de muziek. Sheffield is de geboortestad van Joe Cocker, en zijn beste LP vind ik nog altijd Sheffield Steel: een rist klassiekers (Ruby Lee, Talking Back to the Night, Many Rivers to Cross,…), overgoten met een vette reggaesaus. En sinds kort zijn er de Arctic Monkeys.
Heel toevallig leren kennen (dochterlief had haar muziek tijdelijk op mijn MP3 geparkeerd) en onmiddellijk in de ban van die vier jonge snaken uit Sheffield: gitaarriffs zo strak als een kurk in een wijnfles, opzwepende baslijnen, een snoeiharde percussie en teksten waarvan de kwaliteit af en toe het onbereikbaar gewaande niveau van een Elvis Costello evenaart. De Arctic Monkeys zijn de meest waardige 21ste-eeuwse erfopvolgers van Britse gitaarbands genre The Who, The Jam en The Clash (trouwens volledig onjuist bij punk ondergebracht). Op deze link staan een paar geluidsfragmenten van Arctic Monkeys voor u klaar.
In tegenstelling tot het gros mijner generatiegenoten vind ik de kwaliteit van wat er tegenwoordig op jongerenzender Studio Brussel te horen valt, best te pruimen. In zoverre zelfs dat ik de eindeloze smeekbeden van mijn dochter en jongste zoon welwillig aanhoorde en een straf besluit nam: dit jaar gaan we samen naar Pukkelpop!
Uit een moeras van doffe ellende walmt echter niet alleen stank, maar af en toe ook heerlijke muziek. Denk maar aan Ierland: hoe uitzichtlozer de toestand, hoe hemelser de muziek. Sheffield is de geboortestad van Joe Cocker, en zijn beste LP vind ik nog altijd Sheffield Steel: een rist klassiekers (Ruby Lee, Talking Back to the Night, Many Rivers to Cross,…), overgoten met een vette reggaesaus. En sinds kort zijn er de Arctic Monkeys.
Heel toevallig leren kennen (dochterlief had haar muziek tijdelijk op mijn MP3 geparkeerd) en onmiddellijk in de ban van die vier jonge snaken uit Sheffield: gitaarriffs zo strak als een kurk in een wijnfles, opzwepende baslijnen, een snoeiharde percussie en teksten waarvan de kwaliteit af en toe het onbereikbaar gewaande niveau van een Elvis Costello evenaart. De Arctic Monkeys zijn de meest waardige 21ste-eeuwse erfopvolgers van Britse gitaarbands genre The Who, The Jam en The Clash (trouwens volledig onjuist bij punk ondergebracht). Op deze link staan een paar geluidsfragmenten van Arctic Monkeys voor u klaar.
In tegenstelling tot het gros mijner generatiegenoten vind ik de kwaliteit van wat er tegenwoordig op jongerenzender Studio Brussel te horen valt, best te pruimen. In zoverre zelfs dat ik de eindeloze smeekbeden van mijn dochter en jongste zoon welwillig aanhoorde en een straf besluit nam: dit jaar gaan we samen naar Pukkelpop!