woensdag, augustus 23, 2006

Homo Flandriensis

De Homo Flandriensis, voorwaar een boeiende mensensoort. En zoals elke soort, hoort ie hic et nunc in categorieën ingedeeld. Sommigen gaan daarbij nogal simplistisch te werk. Neem nu de liberale VLD: die onderscheidt slechts twee soorten Vlamingen tussen Veurne en Maaseik. De hardwerkende Vlaming en de luie Vlaming. De noeste zwoeger en de potverterende parasiet. Niemand (m/v) donderde dan ook van verbazing van zijn/haar ontbijtkrukje toen gewezen VLD-coryfee Rik Daems enkele dagen geleden de ochtendkranten haalde met een voorstel dat zeventig jaar geleden ook al breed in de Völkischer Beobachter uitgesmeerd stond. “Werklozen die een uitkering krijgen, moeten één dag per week verplicht gemeenschapsdienst doen.Gemeinschaftsdienst leisten, de echo’s uit een ver en bruin verleden dreunen onwillekeurig na. Daems zit overigens niet verlegen om een boud uitspraakje meer of minder – zolang die camera’s maar zoemen en zijn glimmende kop van de covers knalt, maakt het geen hele of halve moer uit. Niet zo lang geleden opperde Rik dat belastingfraudeurs in zijn ogen moreel niet zo verwerpelijk zijn als werklozen die in het zwart bijklussen. Lees: hardwerkende Vlamingen mogen sjoemelen, maar wie door de arbeidsmarkt is uitgespuwd, verdient niet beter dan nóg eens te worden bespuwd. Moet leuk aankomen bij die duizenden ex-werknemers van Sabena die uiteindelijk door toedoen van… Daems op de kasseien zijn beland.

Yves Leterme dan, ons aller oppervlaam. Die heeft een wat mildere kijk op de Homo Flandriensis. Vlamingen zijn ijverige, tolerante, warme, sociaal voelende en – vooral – intellectueel superieure wezens. Zeker in vergelijking met dat schorremorrie bezuiden de taalgrens dat niet eens deftig Nederlands kan of wil leren. Die laatste bedenking liet Yves niet optekenen in een Belgische krant (hij zou niet durven), maar in het Franse dagblad Libération – of Libé voor de barricademakkers uit 1968.

Yves vergist zich schromelijk. Niet alleen in de talenkennis van onze Waalse broeders maar ook in de wijd en zijd geprezen veeltaligheid van de Vlaming. Om de kennis van vreemde talen op te krikken, hanteren vele basisscholen in Wallonië al enige tijd het immersion totale concept: sommige vakken zoals geschiedenis of aardrijkskunde worden er in het Nederlands, Engels of Duits gegeven. Door native speakers. Een schitterend idee dat in Vlaanderen maar geen navolging wil vinden. Dom, als je het mij vraagt: de kennis van vreemde talen bij onze jeugd glijdt stilaan af naar een niveau dat je niet voor mogelijk houdt. In het Engels redden Vlaamse tieners zich nog vrij behoorlijk, maar in Parijs of Berlijn gaan ze genadeloos op hun bek. Uit studies is overigens gebleken dat Vlamingen en ook Nederlanders hun talenkennis zwaar overschatten. Die zelfoverschatting vind je ook vaak terug in sollicitatiebrieven waarin Vlaamse kandidaten steevast pochen dat ze Engels, Frans en Duits tot in de perfectie beheersen en daarnaast ook noties Spaans of Italiaans bezitten. Die achteraf niet verder blijken te reiken dan “Una cerveza, por favor”.

Niet dat ik hier even belerend of neerbuigend uit de hoek wil komen. Verre van: toen ik destijds als tiener vol eigenwaan door Limburg baggerde, dacht ik ook Duits te kennen. Totdat ik in “ Erik, of het klein insectenboek” van Godfried Bomans over deze Duitse woorden struikelde: das Schicksal der Gegenwart. Kon er niets van maken. De ontnuchtering van toen is later misschien – onbewust – de drijfveer geweest om toch maar Duits te gaan studeren. Heeft me tenminste één voordeel opgeleverd: ik heb dubbel zo hard kunnen lachen met Otto den Beste, die bezeten leraar Duits, op onvergetelijke wijze neergezet door Wim de Bie.

dinsdag, augustus 15, 2006

Wet blanket

Soms maak je het mee: wereldgeschiedenis in de auto. Toen die vliegtuigen zich in de torens boorden, hoorden we het live op de autoradio. Op de terugweg van de elektrozaak, waar we node een nieuwe koelkast hadden gekocht. In onze verbeelding waren de gebeurtenissen nóg grimmiger dan wat we later op televisie te zien kregen. Where were you on 9/11… ? Wij zullen het alvast nooit vergeten.

Soms beleef je ook nationale sportgeschiedenis op vier wielen. Het goud van Hellebaut, het goud van Gevaert, in het bestek van luttele seconden: op de terugweg van Ikea, waar we dochterlief een nieuwe bureaustoel hadden aangeschaft. De atletische prestaties van onze golden girls klonken indrukwekkend, en dat waren ze ook, achteraf bekeken. Gezwind overwicht van Kim, verbluffende sprong van Tia. Wereldklasse. Vond iedereen, zelfs bij de immer kritische BBC. Slechts één dissonante stem doorkruiste alle loftuitingen: die van Ivan Sonck.

Sonck is een groot atletiekkenner, daar valt niets op af te dingen. Legendarisch waren zijn ‘fichebakjes’ die hij als TV-verslaggever van EK’s over WK’s naar Olympiades meezeulde en die behalve toptijden van atleten ook banale trivia uit hun privélevens bevatte. Ja, van Sonck stak je nog wat op. Een wandelende encyclopedie die wielerverslaggever Michel Wuyts tot een Prisma-woordenboekje degradeert. De huidige sportverslaggeving op radio en televisie vindt Sonck trouwens ondermaats. Deels terecht, deels ingegeven door betweterij en – geef maar toe, Ivan – ijdeltuiterij. Hoe kan je anders deze reactie interpreteren, op de vraag: “Hoe vind je de verslaggeving van het EK Atletiek in Göteborg ?” Sonck: “Daar ga ik geen commentaar op geven.” Kurkdroog, een tikkeltje laf, behoorlijk hautain en ronduit veelzeggend, dat ogenschijnlijk nietszeggende antwoord van hem.

En daarmee boren we de essentie aan. Sonck is nu al enkele jaren uit beeld, en dat heeft diepe krassen op zijn ego achtergelaten. Een tekort aan media exposure heeft hem kennelijk bitter en sardonisch gemaakt. Vroeger kritisch, nu gewoon sikkeneurig (what’s in a word). Dat hij de prestaties van Kim Gevaert relativeert, tot daar aan toe. Haar tussen de regels door van doping verdenken, is ronduit laag. En wanneer hij Kim helemaal kleineert met de bewering dat, mocht ze Amerikaanse zijn geweest, ze niet eens de selectieproeven voor de Olympische Spelen had overleefd, dan gaat hij echt wel snoeihard uit de bocht. Na de dopingschandalen rond Floyd Landis en Justin Gatlin mogen wij – let wel: als volslagen leken – huizenhoge vraagtekens plaatsen bij die zogeheten topchrono’s van Amerikaanse atletes. En dan zwijgen we nog zedig over die besnorde Russinnen en Grieksen.

Kim Gevaert liet zich alvast niet uit haar lood slaan en counterde gevat: “Ach, wie is tenslotte Ivan Sonck ?” Dat kan tellen, qua op zijn nummer gezet.

Toch begint de controverse tussen Sonck en Gevaert – helemaal tegen de wil van beide protagonisten in – danig uit de hand te lopen. Er circuleert zowaar een petitie op het Internet om Sonck’s allerlaatste moment de gloire af te pakken: het leveren van stadioncommentaar tijdens de Memorial Van Damme, het jaarlijkse atletiekfeest in Brussel en één van de bruisendste meetings wereldwijd. Wet blanket Sonck versus victorious Kim: een bij voorbaat kansloos gevecht voor de harten van het publiek.

En nu over naar het echte nieuws: in Libanon zwijgen de wapens. Voorlopig toch.

woensdag, augustus 09, 2006

Bulderen

Standard de Liège: nul op zes, en dolle pret bij Bossie & Michou. Prachtige koppen. Het enige werkwoord dat hier bij past: bulderen. Ik wil per direct naar de vurige stede verkassen. Gespierd werkmansvoetbal, laaiende tribunes en na de match, een schuimende Jupiler met een hotdog. Ongeacht de uitslag. Vooral: ongeacht de uitslag. Want kampioen, dat worden ze in geen lichtjaren meer, daar aan de oevers van de Maas. De embonpoint van Bossie ten spijt.

donderdag, augustus 03, 2006

Raindance

Gisteren moest ik, om professionele redenen, Duitslandwaarts. Het kan niet elke dag feest zijn. En behoorlijk ver, bovendien: jenseits von Enschede. Naar een plek waar ze ondergrondse zoutgroeven met aardgas vullen. Vraag me niet waarom, het zou me te ver voeren, maar neem het van me aan: redelijk indrukwekkend.

Ook op weerkundig vlak is het een opmerkelijke reis geworden.

Heen. Brussel: zonnig ochtendgloren. Antwerpen: slagregen. Breda: stortvloed. Den Bosch: oude wijven. Nijmegen: autoweg nauwelijks nog te onderscheiden van Maas. Arnhem: knetterend onweer. Apeldoorn: wateroverlast (de telefoon stond er roodgloeiend). Enschede: pijpenstelen (let op de tussen-n, verplicht sinds 1 augustus 2006). Duitse grens: niet kunnen waarnemen. Vermoedelijk weggespoeld.

Terug: Nederlandse grens: weggespoeld. Enschede: terminaal zompige aanblik. Apeldoorn: colonnes vrachtwagens met zandzakjes gekruist. Arnhem: van de buitenwereld afgesloten. Nijmegen: door de Maas verzwolgen. Eindhoven: in opperste staat van alarm. Turnhout: kniediep. Antwerpse Ring: wildwaterbaan. Mechelen: motregen. Brussel: zonnig. Niet één plas te bespeuren. Bij thuiskomst bleek dat mijn jongste zoontje was gaan zwemmen. In een openluchtbad. Aarrghh !

Hangt de mooiweergrens voor één keer pal boven mijn huis, moet ik zo nodig naar Duitsland. Donnerwetter !

Net goed dat ze die wereldbeker niet hebben gewonnen. Druiloren.

(Afgebeeld schilderij: Rainstorm off the Coast at Brighton - John Constable - ca 1824-1828)

Balen

Een week of twee geleden zag ik hem voor het eerst op de Nederlandse televisie. Een arrogante, ietwat corpulente corpsbal. En gisteren hoorde ik hem op de Nederlandse radio. Zelfde toon, zelfde zelfingenomen gedaas. Intussen ken ik ook zijn naam: Hans van Baalen, woordvoerder van de VVD, de Nederlandse liberalen. Wie in dit landje zo een ongenuanceerd pro-Israël standpunt durft te verkondigen, tekent meteen zijn politiek doodvonnis. In Spanje, Zweden, Frankrijk, Duitsland of Griekenland moet je ook al niet met dergelijke onzin komen aanzetten. Dan word je gelijk weggehoond. In Nederland kan het blijkbaar wel. Op de openbare oproep, nota bene.

Wat hebben sommige Nederlanders toch met Israël ? Waar ligt de diepe oorzaak van die suffe maar beate bewondering voor een land waarvan ik de bestaansreden niet aanvecht maar dat zich nu al decennia als een schurkenstaat gedraagt ? Het Anne Frank
syndroom
? Een irrationele haat jegens alles wat naar Arabisch neigt ? Blind atlantisme ? Doet er niet toe: het deugt gewoon niet.

Libanese woonwijken platgooien en kinderen vermoorden: Hans van Baalen vindt het allemaal kunnen en mogen. Want de Israëli’s hebben het heilige recht om hun burgerbevolking te verdedigen. Dat daarvoor andere, even onschuldige burgers moeten sterven…tja. Het is moeilijk omeletten bakken zonder eieren te breken.

We zijn sinds korte tijd relatief goed bevriend met een Libanees koppel. Begin juli waren ze met hun twee jonge kinderen naar Beiroet afgereisd, om de zomer in brede familiekring door te brengen. Toen van Baalen zich voor het eerst zo hartsgrondig onverschillig over de Libanese burgerbevolking uitliet, hadden we nog geen nieuws uit Beiroet ontvangen. Kan je nagaan, hoe graag ik die etter door de kabel had willen trekken. Intussen weten we dat onze vrienden na een helse vlucht Dubai hebben bereikt. Hoe groot de opluchting ook, ik blijf van mening dat Hans van Baalen op Nederlandse staatskosten twee weken lang op een ontspannend vakantieverblijfje in Beiroet of Tyrus moet worden getrakteerd. Liefst vandaag nog, nu er nog iets te bombarderen valt.