Low-Cost Generation
In één week tijd, zelden zoveel tegenstrijdige en verwarrende berichten gelezen over hoogopgeleide jongeren in Europa. Nu eens afgeschilderd als kortzichtig, lui en dom, dan weer meewarig opgevoerd als uitgebuit of genaaid door regering, werkgevers en vastgoedconjunctuur. Ik geef u enkele recente koppen mee:
Belgische jongeren wachten in hotel Mama op echte baan (Knack, 29 maart)
Low-Cost Generation moet van dag tot dag leven. Miljoenen hooggediplomeerde Italiaanse en Spaanse jongeren vinden geen job op hun niveau (De Morgen, 25 maart)
Generatie jonge Britten stevent af op financiële kater (De Morgen, 29 maart)
Van koppen over Parijs hebt u allicht de buik al vol. Na lezing van voornoemde artikels kon ik slechts één rode draad ontwaren: de grillen en valkuilen van de kille consumptiemaatschappij. Voor het overige had elk land best wel een eigen verhaal.
In Spanje en Italië blijven miljoenen filologen, kunsthistorici, psychologen en andere fijnbesnaarde jongelui jarenlang gekooid in tijdelijke en onderbetaalde jobs. Auto, huis of gezin blijven een verre en onbereikbare droom, zeker met die waanzinnige vastgoedprijzen van hedentendage. Ze leven nog als studenten (blijven thuis wonen of hokken met z’n vieren samen op een krap appartement), krijgen maar geen krediet bij de bank losgeweekt en geven stilaan alle hoop op. Belen Baneres, 37-jarige psychologe in Madrid, hopt al 14 jaar van de ene tijdelijke naar de andere slechtbetaalde job en heeft nooit meer dan 1.000 euro per maand verdiend. “Ik heb het gevoel dat mijn leven me bestolen wordt.”
Manifeste oorzaak, zowel in Italië als Spanje: het op maat van grote bedrijven toegesneden systeem van tijdelijke, zéér goedkope en uitermate flexibele arbeidscontracten. Vooraleer jonge werknemers enige rechten kunnen opbouwen, liggen ze alweer op straat. Waar een nieuwe lichting argelozen staat aan te schuiven. Loonkosten blijven lekker laag, winsten rijzen de pan uit, management en aandeelhouders dik tevreden. Buikje rond, hoofdje blij. En precies dát systeem van heruitgevonden slavernij heeft Villepin nu voor Frankrijk in gedachten, met zijn contrat de première embauche. Voor het eerst een flinke dosis begrip voor straatgeweld kunnen opbrengen.
In Groot-Brittannië liggen de kaarten enigszins anders. Daar komt de regering sinds kort niet meer tussenbeide voor universitaire opleidingen. Wie naar de universiteit of hogeschool wil, moet daarvoor gemiddeld 5.000 euro collegegeld per academiejaar ophoesten. Voeg daarbij de hoog oplopende huurkosten voor een studentenflat, en je komt tot de onthutsende vaststelling dat vers afgestudeerde jonge Britten hun eerste wankele stappen op een hoogst onzekere arbeidsmarkt zetten met… een berg schulden in hun rugzak. Zoals een eminent filosoof ooit zei: “De beschavingsgraad van een land meet je af aan zijn bereidheid om in onderwijs te investeren.” Great Britain ?
Het verhaal in Knack was van een héél andere orde. Daar kwamen hoogopgeleide Belgische jongeren naar voren als berekend, koel en pragmatisch. Maar ook als – een andere term schiet me niet zo snel te binnen – spoilt brats. Meer dan modaal verdienend, trekken ze bewust bij pa en ma in. “Om te sparen voor later, voor een gerenoveerd herenhuis, een paar kinderen, een monovolume.” En intussen geen besognes zoals huur, verzekering, was, plas en strijk. Die vlieger zou bij ondergetekende niet opgaan. Om het in keurig Vlaams te zeggen: ze zouden nogal ne post pakken. Hotel Mama verdient hier op z’n minst vier sterren. Honderd euro per overnachting, inclusief ontbijt en fooien aan mama niet meegerekend. Al bij al een concurrerende prijsstelling, geef toe.
Wat hangt er nu aan uw fiets ? Een post zonder externe links ? Ongehoord !
Belgische jongeren wachten in hotel Mama op echte baan (Knack, 29 maart)
Low-Cost Generation moet van dag tot dag leven. Miljoenen hooggediplomeerde Italiaanse en Spaanse jongeren vinden geen job op hun niveau (De Morgen, 25 maart)
Generatie jonge Britten stevent af op financiële kater (De Morgen, 29 maart)
Van koppen over Parijs hebt u allicht de buik al vol. Na lezing van voornoemde artikels kon ik slechts één rode draad ontwaren: de grillen en valkuilen van de kille consumptiemaatschappij. Voor het overige had elk land best wel een eigen verhaal.
In Spanje en Italië blijven miljoenen filologen, kunsthistorici, psychologen en andere fijnbesnaarde jongelui jarenlang gekooid in tijdelijke en onderbetaalde jobs. Auto, huis of gezin blijven een verre en onbereikbare droom, zeker met die waanzinnige vastgoedprijzen van hedentendage. Ze leven nog als studenten (blijven thuis wonen of hokken met z’n vieren samen op een krap appartement), krijgen maar geen krediet bij de bank losgeweekt en geven stilaan alle hoop op. Belen Baneres, 37-jarige psychologe in Madrid, hopt al 14 jaar van de ene tijdelijke naar de andere slechtbetaalde job en heeft nooit meer dan 1.000 euro per maand verdiend. “Ik heb het gevoel dat mijn leven me bestolen wordt.”
Manifeste oorzaak, zowel in Italië als Spanje: het op maat van grote bedrijven toegesneden systeem van tijdelijke, zéér goedkope en uitermate flexibele arbeidscontracten. Vooraleer jonge werknemers enige rechten kunnen opbouwen, liggen ze alweer op straat. Waar een nieuwe lichting argelozen staat aan te schuiven. Loonkosten blijven lekker laag, winsten rijzen de pan uit, management en aandeelhouders dik tevreden. Buikje rond, hoofdje blij. En precies dát systeem van heruitgevonden slavernij heeft Villepin nu voor Frankrijk in gedachten, met zijn contrat de première embauche. Voor het eerst een flinke dosis begrip voor straatgeweld kunnen opbrengen.
In Groot-Brittannië liggen de kaarten enigszins anders. Daar komt de regering sinds kort niet meer tussenbeide voor universitaire opleidingen. Wie naar de universiteit of hogeschool wil, moet daarvoor gemiddeld 5.000 euro collegegeld per academiejaar ophoesten. Voeg daarbij de hoog oplopende huurkosten voor een studentenflat, en je komt tot de onthutsende vaststelling dat vers afgestudeerde jonge Britten hun eerste wankele stappen op een hoogst onzekere arbeidsmarkt zetten met… een berg schulden in hun rugzak. Zoals een eminent filosoof ooit zei: “De beschavingsgraad van een land meet je af aan zijn bereidheid om in onderwijs te investeren.” Great Britain ?
Het verhaal in Knack was van een héél andere orde. Daar kwamen hoogopgeleide Belgische jongeren naar voren als berekend, koel en pragmatisch. Maar ook als – een andere term schiet me niet zo snel te binnen – spoilt brats. Meer dan modaal verdienend, trekken ze bewust bij pa en ma in. “Om te sparen voor later, voor een gerenoveerd herenhuis, een paar kinderen, een monovolume.” En intussen geen besognes zoals huur, verzekering, was, plas en strijk. Die vlieger zou bij ondergetekende niet opgaan. Om het in keurig Vlaams te zeggen: ze zouden nogal ne post pakken. Hotel Mama verdient hier op z’n minst vier sterren. Honderd euro per overnachting, inclusief ontbijt en fooien aan mama niet meegerekend. Al bij al een concurrerende prijsstelling, geef toe.
Wat hangt er nu aan uw fiets ? Een post zonder externe links ? Ongehoord !