Toeval of juist niet, maar in de voorbije dagen is me tot twee keer toe een satirische bewerking van een beroemd schilderij onder ogen gekomen.
Le Radeau de la Méduse, gesigneerd
Théodore Géricault. Een romantisch werk, waar de pathos in dikke lagen oliever
f vanaf druipt.
De eerste
pastiche is al behoorlijk oud, en komt uit “
Asterix de Legionair”. En om Asterix was er het voorbije weekend heel wat te doen, hier in Brussel. Tekenaar Uderzo k
wam er de titel en voorplaat van het nieuwste album voorstellen, wat met een immense
promocampagne gepaard ging. Een Gallisch dorp op de Grote Markt, onthulling van een nieuwe muurschildering in de Washuisstraat,
vliegtuigen met de beeltenis van Asterix en Obelix, een prestigieuze tentoonstelling in
Tour & Taxis... De Franse uitgever van Asterix, de Editions Albert René, heeft blijkbaar heel wat opgestoken van die andere hypefabriek rond Harry Potter. Maar al dat succes is die kleine Galliër van harte gegund: ik ben gewoon verslingerd op de avonturen van Asterix & Co: zo atypisch Frans in beeldtaal en humor (want boordevol zelfspot, een eigenschap die vele Fransen volslagen vreemd is), politiek af en toe behoorlijk incorrect en in een sprankelende taal geschreven. Wie een vreemde taal wil leren, kan ik – in mijn hoedanigheid van ervaringsdeskundige - alleen maar aanraden om Asterix in die taal te lezen. Zelf heb ik er ontelbaar vele nuttige Spaanse en Griekse kreten, zinswendingen en uitdrukkingen aan overgehouden. Al moet het vertalen van een Asterix-album een
hels karwei zijn, met al die dubbele bodems en knipoogjes, vaak voor Frans binnenlands verbruik.
De tweede
pastiche trof ik aan in De Morgen van het voorbije weekend. Die krant, of liever een medewerker ervan, had zichzelf in de voorbije maanden met een even heide
nse klus opgezadeld: het opsporen van het allerlelijkste bouwwerk in België. Een Sisyfusarbeid: met al die wanstaltige architectuur tussen Oostende en Aarlen zou je daarvoor minstens een paar jaar moeten uittrekken.
Soit, dit weekend viel het verdict, uitgesproken door het lezersgild van onze progressieve krant. Laureaat,
summa cum laude: de Belgische kustlijn, ook wel
Atlantikwall genoemd. Wat de huiscartoonist tot de bovenstaande prent inspireerde (
aanklikken voor grotere weergave). Vielen onder meer buiten de prijzen: de Masttoren in Oostende, het Antwerpse
Hof van Beroep, het
Markiesgebouw in Brussel en de
Oudaan in Antwerpen. Sorry dat ik u heden zonder verwittiging met zoveel stuitende lelijkheid om de oren sla (hopelijk hebt u al ontbeten).
Met al die grappige pastiches zouden we haast vergeten waar dat schilderij nu precies over ging. Over een schipbreuk, zoveel is duidelijk. Aanvankelijk herbergde het vlot ongeveer 150 drenkelingen, van wie er welgeteld vijftien zouden overleven. Na dertien dagen doelloos zwalpen. Na dertien dagen van ontbering, muiterijen, moordpartijen en kannibalisme. Moorden om te overleven, het werd noodgedwongen het motto aan boord. Het meest realistische maar ook literair fraaiste relaas van deze gruwelijke geschiedenis las ik ooit in “
A History of the World in 10½ Chapters” van
Julian Barnes. Ik weet het, je kan er hele schappen mee vullen, met-niet-te-missen-boeken-in-het-bestek-van-een-schamel-mensenleven. Dit is er één van. U weet waarheen.